Raad voor maatschappelijk welzijn verslag - publiek

De raad voor maatschappelijk welzijn, vergaderd in openbare zitting;

Gelet op de Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;

Gelet op de Codex over het Welzijn op het Werk (uitvoeringsbesluiten wet van 4 augustus 1996);

Overwegende dat de werkgever dient te zorgen voor een structurele en planmatige aanpak van de preventie in zijn onderneming door middel van een dynamisch risicobeheersingssysteem;

Overwegende dat dit systeem zijn toepassing vindt in een globaal preventie-actieplan;

Overwegende dat dit een schriftelijk document is waarin de te ontwikkelen en toe te passen preventieactiviteiten worden geprogrammeerd voor een termijn van vijf jaar. Er wordt gekozen om het preventieplan te laten lopen met het politiek ambtstermijn van 6 jaar. Bij elk nieuw politiek beleid zal ook een nieuwe beleidsverklaring welzijn op het werk van toepassing zijn.

Overwegende dat het globaal preventieplan wordt opgesteld door de werkgever in overleg met de leden van de hiërarchische lijn, de eigen interne dienst voor preventie en bescherming op het werk en de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk;

Overwegende dat een jaarlijks actieplan dient te worden opgesteld ter bevordering van het welzijn op het werk, voor het volgende dienstjaar, zijnde 2022;

Overwegende dat dit jaarlijks actieplan is gesteund op het globaal preventieplan en schriftelijk wordt vastgelegd. Het jaarlijks actieplan bepaalt:

1° de prioritaire doelstellingen in het kader van het preventiebeleid van het volgend dienstjaar
2° de middelen en methoden om deze doelstellingen te bereiken
3° de opdrachten, verplichtingen en middelen van alle betrokken personen
4° de eventuele aanpassingen die moeten aangebracht worden aan het globaal preventieplan.

Gelet op het positief advies van het syndicaal onderhandelingscomité dd. 01-12-2021;

De voorzitter geeft het woord aan Greet Buysen, adjunct-algemeendirecteur.

Greet Buysen, adjunct- algemeendirecteur zegt dat het globaal preventieplan wordt opgemaakt voor 6 jaar. Vanuit dit globale preventieplan dient er jaarlijks een actieplan opgemaakt te worden. Dit gebeurt vanuit een risicoanalyse waarbij gekeken wordt aan welke zaken er het volgende kalenderjaar gewerkt moet worden in het kader van preventie en welzijn op het werk. Het omvat een zeer ruim werkgebied: werkpostfiches, re-integratie, absenteïsme, EHBO, HRM, opleidingen van personeel,…

Beslissing
Openbare stemming
Unaniem:       ja

Besluit
Enig artikel:-
Het goedkeuren van het jaarlijks actieplan van het globaal preventieplan voor het dienstjaar 2022.

De raad voor maatschappelijk welzijn, vergaderd in openbare zitting;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheercyclus van de lokale en provinciale besturen;

Gelet op het besluit van 26 juni 2018 tot de vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheercyclus van de lokale en provinciale besturen;

Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 16 november 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen;

Overwegende dat er binnen het meerjarenplan een duidelijk onderscheid blijft bestaan tussen de kredieten van gemeente en die van het OCMW omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan;

Gelet op de vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025 voor het gedeelte OCMW door de raad voor maatschappelijk welzijn van 14-12-2019;

Gelet op de vaststelling van het aangepaste meerjarenplan voor het gedeelte OCMW door de raad voor maatschappelijk welzijn van 17-12-2020;

Overwegende dat de gemeente en het OCMW een geïntegreerd aangepast meerjarenplan hebben, maar hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan hebben. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het aangepaste meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het aangepaste meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor de aanpassing definitief is vastgesteld. De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt;

Gelet op het overleg tussen het managementteam en het college van burgemeester en schepenen op 22 november 2021 waarbij het ontwerp van aangepast meerjarenplan 2020-2025, zowel voor het gedeelte gemeente als voor het gedeelte OCMW, werd besproken;

Gelet op het ontwerp van aangepast meerjarenplan 2020-2025 voor het gedeelte OCMW dat besproken werd tijdens het college van burgemeester en schepenen;

Gelet op de bespreking van het volledige meerjarenplan 2020-2025 tijdens de zitting van de raadscommissie algemeen beleid van 13 december 2021;

De voorzitter stelt voor dat Maarten De Bock, schepen van financiën, dit agendapunt verder toelicht tijdens de zitting van de gemeenteraad.

Maarten De Bock, schepen van financiën, gaat hiermee akkoord.

Beslissing
Openbare stemming
Unaniem      neen
13 ja-stemmen vanwege Hanne Beyers, Maarten De Bock, Cindy De Roeve, Sandra Hoppenbrouwers, Silke Lathouwers, Jan Oerlemans, Ludovica Peeters, Didier Van Aert, Jef Van Den Bergh, Lies Van Den Keybus, Lea Van Looveren, Stefanie Van Looveren en Lukas Jacobs.
3 neen-stemmen vanwege Inneke Bosmans, Koen Vanhees en Inga Verhaert,
7 onthoudingen van Monique Aerts, Hans De Schepper, Gilles Delcroix, Stephanie Devos, Jef Duerloo, Anita Van Der Poel en Jan Van Esbroeck,

Besluit
Artikel 1:-
Vaststelling van het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 voor het gedeelte OCMW. Het budgettaire resultaat voor het lokaal bestuur in het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 is:
Budgettair resultaat                 2020         2021             2022             2023             2024                 2025
IX. Beschikbaar budgettair
resultaat                                 68.733     -2.048.081     -4.490.114    -6.800.398     -9.190.290     -11.589.922

De autofinancieringsmarge voor het OCMW is in het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 als volgt:
Auto-
financierings-marge          2020          2021             2022             2023              2024                 2025
IV. Auto-
Financierings-marge   -1.731.096     -2.073.562     -2.343.033   -2.310.284   -2.389.892     -2.399.632

Art. 2.-
De beleidsrapporten worden digitaal gerapporteerd aan de Vlaamse overheid.

De raad voor maatschappelijk welzijn, vergaderd in openbare zitting;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald het artikel 41, 23° dat stelt dat de raad bevoegd is voor het vaststellen van de subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheercyclus van de lokale en provinciale besturen, en latere wijzigingen;

Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheercyclus van de lokale en provinciale besturen;

Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 16 november 2020 over de aanpassing meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen;

Gelet op het feit dat de lijst met nominatieve subsidies vanaf 2020 geen onderdeel meer uitmaakt van het meerjarenplan; dat de nodige kredieten voor deze subsidies wel voorzien zijn in het aangepaste meerjarenplan 2020-2025;

Overwegende dat jaarlijks een lijst wordt opgemaakt met nominatieve subsidies ten voordele van verschillende verengingen; dat deze subsidies exploitatie- of investeringstoelagen kunnen zijn; dat deze subsidies niet zijn vastgesteld in een gemeentelijk subsidiereglement;

Gelet op de vaststelling van het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 in zitting van heden;

De voorzitter stelt voor dat Maarten De Bock, schepen van financiën, dit agendapunt verder toelicht tijdens de zitting van de gemeenteraad.

Maarten De Bock, schepen van financiën, gaat hiermee akkoord.

Beslissing
Openbare stemming
Unaniem      ja

Besluit
Artikel 1:-
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de lijst met nominatieve subsidies vast. Deze lijst gaat hierbij integraal als bijlage.

Art.2.-
Een kopie van dit besluit wordt bezorgd aan de toezichthoudende overheid.

De raad voor maatschappelijk welzijn, vergaderd in openbare zitting;

Gelet op het artikel 23 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur dat stelt dat een agendapunt dat niet op de agenda voorkomt, enkel bij hoogdringendheid kan worden toegevoegd aan de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn; dat enkel bij spoedbehandeling kan worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden; dat de namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid in de notulen worden vermeld,

Overwegende dat het punt “Bijzonder comité voor de sociale dienst - onderzoek van de geloofsbrieven van de heer Johan Cassimon (Open VLD)” in de openbare zitting bij hoogdringendheid wordt geagendeerd op deze zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn;

Overwegende dat dit punt wordt geagendeerd omwille van het feit dat op 7 januari 2019 de raad voor maatschappelijk welzijn de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst heeft verkozen; dat de heer Johan Cassimon als eerste opvolger werd aangeduid voor mevrouw Ann de Buysscher en dat het begin van zijn lidmaatschap van het bijzonder comité werd bepaald op 1 januari 2022 met als einddatum van 31 december 2023; dat de heer Cassimon geen lid is van de raad voor maatschappelijk welzijn en dat daarom zijn geloofsbrieven moeten worden onderzocht vooraleer hij van rechtswege zijn ambt als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst kan opnemen;

Overwegende dat volgende raadsleden aanwezig zijn: L. Jacobs, S. Lathouwers, J. Van den Bergh, J. Oerlemans, S. Hoppenbrouwers, M. De Bock, schepenen; K. Vanhees, H. De Schepper, M. Aerts, L. Peeters, D. Van Aert, I. Verhaert, J. Duerloo, S. Van Looveren, C. De Roeve, H. Beyers, G. Delcroix, L. Van den Keybus, A. Van der Poel I. Bosmans, S. Devos, S. Van Heybeeck, L. Van Looveren;

Overwegende dat volgende raadsleden hun goedkeuring verleenden aan de toevoeging van dit agendapunt aan de agenda van deze vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn; L. Jacobs, S. Lathouwers, J. Van den Bergh, J. Oerlemans, S. Hoppenbrouwers, M. De Bock, schepenen; K. Vanhees, H. De Schepper, M. Aerts, L. Peeters, D. Van Aert, I. Verhaert, J. Duerloo, S. Van Looveren, C. De Roeve, H. Beyers, G. Delcroix, L. Van den Keybus, A. Van der Poel I. Bosmans, S. Devos, S. Van Heybeeck, L. Van Looveren;

Overwegende dat het verplicht aantal van twee derde van de aanwezige leden gehaald wordt en dat dit punt dat ook kan worden toegevoegd aan de agenda van deze vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn;

De adjunct-algemeendirecteur licht toe dat omwille van een administratieve vergissing dit punt niet op de agenda werd geplaatst. Aangezien de heer Johan Cassimon per 1 januari 2022 deel uitmaakt van het bijzonder comité sociale dienst, maar geen lid is van de gemeenteraad, dienen de geloofsbrieven onderzocht te worden.

Beslissing
Openbare stemming
Unaniem      ja

Besluit
Enig artikel.-
Het volgende punt wordt aan de agenda van de zitting van 20 december 2021 wegens hoogdringendheid ter zitting toegevoegd: “Bijzonder comité voor de sociale dienst - onderzoek van de geloofsbrieven van de heer Johan Cassimon (Open VLD)”.

De raad voor maatschappelijk welzijn, vergaderd in openbare zitting;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 7 januari 2019 houdende de beëdiging van de aan te stellen leden van het bijzonder comité sociale dienst;

Gelet op het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011, en latere wijzigingen;

Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald het artikel 92 dat bepaalt dat de voordracht akte ook de einddatum van het mandaat van een kandidaat-lid of van een kandidaat-opvolger kan vermelden. De opvolger moet ook voldoen aan de voorwaarden voor de ondertekening, vermeld in het derde lid. In voorkomend geval is het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege ontslagnemend en wordt hij van rechtswege opgevolgd door de persoon die in de voordracht akte als opvolger is vermeld. Als het mandaat eindigt voor de einddatum, vermeld in de akte, neemt de opvolger vervroegd het mandaat op;

Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald het artikel 96 § 1 dat bepaalt dat de verkozen leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst van wie de geloofsbrieven door de raad voor maatschappelijk welzijn zijn goedgekeurd, voor ze hun mandaat aanvaarden, de volgende eed afleggen in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.". In geval van algehele vernieuwing van het bijzonder comité voor de sociale dienst vindt de eedaflegging plaats tijdens de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn aansluitend op de installatievergadering van de gemeenteraad. Die eedaflegging vindt plaats in openbare vergadering.
Elke andere eedaflegging gebeurt alleen ten overstaan van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en in aanwezigheid van de algemeen directeur. Daarvan wordt een proces-verbaal opgemaakt dat ondertekend wordt door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en door de algemeen directeur en dat aan de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst wordt bezorgd;

Overwegende de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 januari 2019 waarbij als einddatum voor het mandaat van mevrouw Ann De Buysscher (Vooruit) werd vermeld 31 december 2021. De heer Johan Cassimon (Open VLD) werd aangeduid als opvolger van mevrouw Ann De Buysscher als lid van het bijzonder comité sociale dienst met ingang van 1 januari 2022 en volgt Ann De Buysscher van rechtswege op;

Overwegende dat voor deze opvolging de geloofsbrieven nog dienen te worden onderzocht;

Beslissing
Openbare stemming
Unaniem      ja

Besluit
Artikel 1:-
ONDERZOEKT de geloofsbrieven van de heer Johan Cassimon, geboren te Brasschaat op 9 juli 1988 en wonende te Kalmthout, Jubilélaan 18, en stelt daarbij vast dat de heer Johan Cassimon de nodige voorwaarden vervult om als lid van het bijzonder comité sociale dienst van Kalmthout te worden aangesteld.

Art. 2:-
De heer Johan Cassimon wordt uitgenodigd tot het afleggen van de eed als lid van het bijzonder comité sociale dienst ten overstaan van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en in aanwezigheid van de algemeen directeur. Het proces-verbaal, ondertekend door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en door de algemeen directeur, zal aan de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst bezorgd worden.

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd om het verslag van de vergadering van 29 november 2021 van de raad voor maatschappelijk welzijn goed te keuren.
Openbare stemming met 23 ja-stemmen vanwege Monique Aerts, Hanne Beyers, Maarten De Bock, Cindy De Roeve, Hans De Schepper, Gilles Delcroix, Jef Duerloo, Sandra Hoppenbrouwers, Silke Lathouwers, Jan Oerlemans, Ludovica Peeters, Didier Van Aert, Jef Van Den Bergh, Lies Van Den Keybus, Anita Van Der Poel, Stefanie Van Looveren, Koen Vanhees, Inga Verhaert, Inneke Bosmans, Stephanie Devos, Sigrid Van Heybeeck, Lea Van Looveren en Lukas Jacobs.

Het verslag van de vergadering van 29 november 2021 van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt unaniem goedgekeurd.