Publiek - Beleidsplannen

Juridische gronden
· Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald het artikel 254 dat bepaalt dat voor het einde van het jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen een meerjarenplan vastgesteld wordt. Dat meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting.
· Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen, en latere wijzigingen.
· Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 over de vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
· De omzendbrief KBBJ/ABB 2025/1 van 18 juli 2025 over de strategische meerjarenplannen 2026-2031 van de lokale en provinciale besturen volgens de beheers- en beleidscyclus.

Feiten/context/historiek
· Binnen het meerjarenplan blijft een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van gemeente en die van het OCMW omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan.
· De gemeenteraad keurde op 16 december 2019 het meerjarenplan 2020-2025 voor het gedeelte “OCMW” goed.
· De gemeenteraad keurde op 14 december 2020 het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 voor het gedeelte “OCMW” goed.
· De gemeenteraad keurde op 20 december 2021 het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 voor het gedeelte “OCMW” goed.
· De gemeenteraad keurde op 19 december 2022 het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 voor het gedeelte “OCMW” goed.
· De gemeenteraad keurde op 18 december 2023 het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 voor het gedeelte “OCMW” goed.
· De gemeenteraad keurde op 25 november 2024 het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 voor het gedeelte “OCMW” goed.
· De raad voor maatschappelijk welzijn stelde tijdens de huidige zitting het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 voor het gedeelte “OCMW” vast.

Argumentatie
· De gemeente en het OCMW hebben een geïntegreerd aangepast meerjarenplan, maar hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan hebben. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het aangepaste meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het aangepaste meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor de aanpassing definitief is vastgesteld. De goedkeuring van de gemeenteraad in huidige zitting is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
· Het managementteam en het college van burgemeester en schepenen had op 10 november 2025 een overleg waarbij het ontwerp van aangepaste meerjarenplan 2020-2025 werd besproken.
· De nodige documenten werden op het digitaal vergaderplatform geplaatst op 1 december 2025.
· Het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 is toegelicht op de gemeenteraadscommissie van 8 december 2025.

BESLUIT
Met 16 ja-stemmen van Everd Selleslags, Rune Suykerbuyk, Kris Francken, Lies Bernaerts, Veerle De Jonge, Clarisse De Rydt, Cindy De Roeve, Wies Peeters, Jorgo Van Ginneken, Didier Van Aert, Lander Van Gestel, Silke Lathouwers, Jef Van den Bergh, Jan Oerlemans, Maarten De Bock en Lukas Jacobs.
Met 9 neen-stemmen van Monique Aerts, Hans De Schepper, Inga Verhaert, Stephanie Devos, Jeroen Luyckx, Ann Francken, Michaela Bruyninckx, Jan Bosmans en Koen Vanhees.

Artikel 1.-
Kennisname van de vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025 voor het gedeelte “OCMW” door de raad voor maatschappelijk welzijn en goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 voor het gedeelte “OCMW” waardoor het volledige meerjarenplan definitief is vastgesteld.

Het beschikbaar budgettair resultaat voor het OCMW in het meerjarenplan 2020-2025 bedraagt:

De autofinancieringsmarge in het meerjarenplan 2020-2025 bedraagt:

Art. 2.-
De beleidsrapporten worden digitaal gerapporteerd aan de toezichthoudende overheid.

Art. 3.-
Een kopie van deze beslissing wordt bezorgd aan de financieel directeur en aan de toezichthoudende overheid.